SV | Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat haar [dan], en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel reikt tot aan den hemel, en is verheven tot aan de bovenste wolken. |
WLC | [רִפִּאנוּ כ] (רִפִּ֣ינוּ ק) אֶת־בָּבֶל֙ וְלֹ֣א נִרְפָּ֔תָה עִזְב֕וּהָ וְנֵלֵ֖ךְ אִ֣ישׁ לְאַרְצֹ֑ו כִּֽי־נָגַ֤ע אֶל־הַשָּׁמַ֙יִם֙ מִשְׁפָּטָ֔הּ וְנִשָּׂ֖א עַד־שְׁחָקִֽים׃ |
Trans. | ripi’nû ripînû ’eṯ-bāḇel wəlō’ nirəpāṯâ ‘izəḇûhā wənēlēḵə ’îš lə’arəṣwō kî-nāḡa‘ ’el-haššāmayim mišəpāṭāh wəniśśā’ ‘aḏ-šəḥāqîm: |
Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat haar [dan], en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel reikt tot aan den hemel, en is verheven tot aan de bovenste wolken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij is niet genezen; verlaat haar [dan], en laat ons een iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel reikt tot aan den hemel, en is verheven tot aan de bovenste wolken.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!